Hoe de Deeper CHIRP+ 2 af te lezen: Het App Display begrijpen

zodat u meer, sneller en beter kunt vangen

Wat is CHIRP en hoe werkt het?

CHIRP is de afkorting van “Compressed High Intensity Radar Pulse.” Dat is een chique manier om te zeggen dat u er vis mee kunt zien die andere sonars niet kunnen zien. Hoe is dat mogelijk? Een normale sonar gebruikt één frequentie per keer. Omdat de feedback door gebruik van die ene frequentie beperkt is, zijn de helderheid en resolutie van de sonarafbeeldingen ook beperkt. De CHIRP stuurt voortdurend signalen met verschillende frequenties van laag tot hoog en interpreteert deze individueel bij ontvangst. Door het voortdurende gebruik van verschillende frequenties ontvangt de CHIRP veel meer informatie waaruit een veel helderdere afbeelding wordt gecreëerd met een hogere resolutie.

De haarscherpe weergave van de CHIRP+ 2 display's maakt ze ideaal voor het identificeren van vissen, het lokaliseren van structuren, het begrijpen van de consistentie van de bodem en, het belangrijkste, het onderscheiden van doelsoorten en objecten, zodat u een strategisch voordeel hebt ten opzichte van uw doelsoorten.

Vis identificeren

Vissen verschijnen op uw scherm als een boog of een rechte lijn. Als een vis door de kegel van de sonar zwemt, reflecteert het de sonarpulsen eerst aan de rand van de kegel, dan in het midden en vervolgens aan de andere rand. De terugkomende signalen van de twee randen van de kegel doener iets langer over om de sonar te bereiken dan de terugkomende signalen vanuit het midden. Een boog representeert een vis die door de kegel van de sonar heen zwemt, een rechte lijn een vis die zich recht onder de sonar bevindt.

Houd het volgende in gedachten tijdens het identificeren van vis:

  • Bogen kunnen variëren in grootte en worden weergegeven als de vis beweegt (of als uw sonar eroverheen beweegt).
  • Een volledige boog wil zeggen dat de vis volledig door de kegel van de sonar is bewogen.
  • Halve bogen of dikke streepjes verschijnen als de vis gedeeltelijk door de kegel heen beweegt.
  • Als de vis en uw sonar beide niet bewegen, ziet u een rechte lijn.

De grootte van de vis bepalen

Een veelvoorkomende misvatting onder vissers is het idee dat een lange boog een grote vis representeert. Een lange boog betekent slechts dat de vis langer in de kegel van uw sonar aanwezig was.

  • Individuele vissen

    De beste aanwijzing over de grootte van de vis krijgt u door de breedte van de visboog. Als u een dikke boog of lijn ziet met een felle kleur, gaat het om een grote vis.

  • Een school vissen

    Afhankelijk van het type school verschijnen deze als groepjes kleine bogen of dichte clusters met een felle kleur.

Bodemeigenschappen in kaart brengen

Het in kaart brengen van bodemeigenschappen zoals vegetatie, kuilen en richels is essentieel voor het lokaliseren van doelsoorten.

Inklapbare content

Vegetatie

Verschillende soorten (voornamelijk roofvissen) gebruiken de vegetatie als schuilplek om hun prooi op te wachten. Vegetatie is te zien als een compacte en/of verspreid voorkomende felle kleur en is duidelijk te onderscheiden van bodemcontouren.

Kuilen

Ideaal voor gewone vissen die deze gebieden afzoeken naar voedsel. Kleine kuilen zijn subtiel maar duidelijk te onderscheiden van de bodemcontouren.

Richels en taluds

Een andere favoriete plek van roofvis. Tips om richels en taluds te lokaliseren (hellingen):

  • Stel het diepte-alarm in, zeker tijdens het slepen, om een signaal te geven wanneer het gekozen dieptebereik gemeten wordt.
  • Scan met een straal met middelgrote hoek voor het beste resultaat en om eventuele hobbels en taluds te lokaliseren zodat u geen ’dode zones’ heeft in uw scans (zie hoe sonars werken).
  • Creëer bathymetrische kaarten in Bootmodus en Onshore GPS-modus. Op deze kaarten ziet u richels en dieptevariaties zodat het eenvoudiger is om hotspots te identificeren en er naar terug te keren.

De bodemgesteldheid begrijpen

Het is een groot voordeel voor vissers om de hardheid en gesteldheid van de bodem te weten. De weergave van uw sonar laat zien hoe hard de bodem of een object is door gebruik van kleur en felheid: Hoe feller het object op het scherm, hoe sterker het terugkerende signaal en dus hoe harder het object.

Inklapbare content

Bodemkleur

Als het scherm ingesteld is op dagmodus wordt een harde bodem als oranje en een zachte bodem als paars weergegeven. De kleuren in dagmodus variëren van paars (zachtste) naar rood, oranje en geel (hardste).

Bodemdikte

De dikte van de lijn die de bodem weergeeft is een indicatie voor de bodemhardheid. Hoe dikker de lijn, hoe harder de bodem. Maar let op: de gevoeligheid van de sonar kan de dikte van de lijn beïnvloeden. Als u de gevoeligheid op 100% zet, kan de lijn van de bodem dikker lijken, en als u de gevoeligheid op 10% zet, kan de lijn dunner lijken.

Bodem tweede weerkaatsing

Harde bodems kunnen de stralen erg sterk weerkaatsen waardoor ze soms ook weer van het wateroppervlak afketsen. Deze worden weergegeven als een tweede weerkaatsing van de sonar parallel onder de lijn die de bodem voorstelt. Als u deze te zien krijgt, heeft u nog een indicatie dat de bodem hard is.

Hoewel niet elk object eenvoudig te herkennen is kunt u altijd een idee krijgen door de vorm en sterkte van de weerkaatsing. Soms verschijnen er verrassende objecten. Een van onze favorieten was de “onderwater-UFO”, dit waren de pijlers van een oude brug.