De visvinder aflezen (PRO/PRO+ 2)

en de gegevens gebruiken om meer en grotere vissen te vangen

Net begonnen een visvinder te gebruiken? Heeft u de basis onder de knie maar wilt u meer halen uit uw visvinder? Weet u niet zeker of u de beelden op de visvinder juist interpreteert? Geen zorgen, wij helpen u verder. Deze korte handleiding zal u leren hoe u het scherm van de visvinder moet interpreteren zodat u kunt identificeren wanneer u te maken heeft met aasvis, met een prijswinnende vis of gewoon met een gezonken boom waar u aan blijft haken. U heeft slecht 7 minuten nodig om deze handleiding door te nemen en aan het einde ervan kunt u het volgende aflezen met gebruik van uw visvinder:

  • Vis identificeren

  • De grootte van de vis inschatten

  • Verschillende types van bodemstructuur identificeren onder water

  • En het bodemtype en -hardheid inschatten

1 van 4

Hoe werken sonars?

In deze blog leggen we de nadruk op de beelden die u daadwerkelijk op uw scherm gaat zien, dus zullen we niet al te diep ingaan op de technische werking van sonars. Op onze pagina ’hoe werken sonars’ kunt u hier echter wel alles lezen over de werking. Voor nu is het belangrijk dat u in ieder geval de volgende technische punten onthoudt: Ten eerste scannen de visvinders in de vorm van een kegel. Waarom is dat relevant? 

Inklapbare content

Afmetingen sonarbundel

De grootte van het gebied dat u scant wordt beïnvloed door de hoek van de kegel. Een kegel met een brede straal scant tussen 40°-60°, wat betekent dat u een groot gebied bestrijkt. Een smalle straal scant tussen de 10°-20°. Bedenk dus goed of u uw visvinder met een brede of een smalle straal laat scannen als u de gegevens op uw scherm aan het bekijken bent. De Deeper PRO+ 2 heeft een brede, een medium en een nauwe scanstraal (47°, 20°, 7°). De PRO hebben een brede en een nauwe scanstraal (55° en 15°). De Deeper START heeft een medium/brede straal (40°). Het tweede belangrijke punt over de werking van uw sonar is dat deze constant gegevens ontvangt ent uitzendt, wat inhoudt dat uw display voortdurend aan het scrollen is. De actuele gescande gegevens verschijnen aan de rechterkant – des te verder de gegevens links op het scherm staan, des te ouder.

Hoe het sonardisplay te lezen

Houd dus rekening met de volgende 2 punten als u op het scherm van uw sonar kijkt: 1. Realiseer u of u aan het scannen bent met een brede of een smalle straal. 2. Het scherm scrolt voortdurend – dat betekent niet dat uw sonar beweegt.

1. Vis identificeren

  • Visiconen

    Visiconen zijn een handig hulpmiddel voor wanneer u net begint met een sonar: uw visvinder interpreteert zelf de gegevens die hij ontvangt en probeert te achterhalen of het om een vis gaat. Dit gebeurt op basis van factoren zoals de omvang van het object en de kracht van de weerkaatsing van het signaal. Voor de Deeper sonars maken we gebruik van een geavanceerd algoritme in de Fish Deeper-app om de gegevens te interpreteren. Helaas zijn zelfs de meest geavanceerde apparaten niet in staat om de gegevens 100% correct te interpreteren.

  • Visbogen

    Vissen worden op je scherm weergegeven in de vorm van een boog (waarom ze als boog worden weergegeven, wordt hier uitgebreid uitgelegd). Het is belangrijk om te onthouden dat de bogen verschillende groottes (lengte en breedte) kunnen hebben, ze kunnen zelfs onvolledig zijn – wuif ook deze zogenaamde halve bogen niet weg. Op de screenshot hieronder zie je een paar mooie voorbeelden van verschillende bogen. Ze variëren in lengte en breedte en sommige bogen zijn onvolledig, maar het zijn allemaal vissen.

1 van 2

2. De grootte van de vis inschatten

Nu u een paar visbogen heeft gespot, wordt het de hoogste tijd om uit te vinden wat elke boog vertelt over de grootte van de vis. We behandelen nu de betekenis van de lengte en de dikte, en van halve of hele bogen.

Inklapbare content

Lengte van de visboog

De meest voorkomende misvatting onder sportvissers bij het aflezen van hun visvinder is denken dat een lange boog betekent dat de vis groot is. Dat is niet het geval. Op het scherm van uw sonar moet u lengte zien als een weergave van tijd. Voorbeeld: stel u voor dat u uw visvinder stilligt op het water (met andere woorden u haalt hem niet binnen en sleept hem niet). Als een vis daar direct onder zich ook niet beweegt, wat krijgt u dan te zien op het scherm van uw visvinder? U krijgt een doorlopende streep te zien. Dat betekent niet dat er een blauwe vinvis is gestrand in het vennetje waar u vist. Het betekent dar er een vis niet beweegt onder uw visvinder, en het zou een kleine vis kunnen zijn.

Stelt u zich eens een ander scenario voor: uw sonar beweegt alweer niet maar deze keer zwemmen er 2 vissen door de stralingsbundel, een grote en een kleine. De grote vis zwemt erg snel door de stralen, de kleine langzaam. Welke van de twee zal een langere visboog maken op uw scherm? Het antwoord: de kleine. Dat komt doordat een langzaam bewegend voorwerp een langere afdruk achterlaat dan een sneller bewegend voorwerp, ongeacht de grootte.

Breedte van de visboog

Lengte is dus geen goede maatstaf voor visgrootte. Het is veel beter om te kijken naar de dikte van elke weergegeven visboog. Onthoud dit wanneer u visbogen interpreteert: denk verticaal, niet horizontaal. Zelfs bij een korte boog: als de boog dik is, betekent dit dat de weerkaatsing afkomstig is van een grote vis. Kijk ook eens naar dit screenshot. Welke van de 4 afgebeelde vissen is het grootst?

Het antwoord: de vis rechtsonder. Alle bogen hebben ongeveer dezelfde lengte (en zijn allemaal best kort). Maar de dikte van de boog rechtsonder laat ons weten dat dit de grootste vis is. Het is geen zeemonster maar zeker wel een degelijke vangst.

Halve of hele visbogen

Het laatste punt van belang bij het kijken naar visbogen is dat er geen hele boog zichtbaar hoeft te zijn. Halve bogen (zoals op het screenshot hierboven) geven ook aan dat er een vis zit. In onze handleiding over hoe sonars werken leggen we haarfijn uit waarom er soms een hele en soms een halve boog in beeld komt. Het beknopte antwoord is dat u soms een hele boog krijgt wanneer een vis door de hele kegel van uw stralingsbundel heen zwemt en een halve of gedeeltelijke boog als de vis door een deel ervan heen zwemt.

Wat echter belangrijk is om te onthouden bij het aflezen van uw scherm is dat een halve of gedeeltelijke boog nog steeds kan duiden op een grote vis: de kwaliteit van de boog geeft geen indicatie over de grootte van de vis.

Kijk dus uit naar zowel hele als gedeeltelijke bogen en vergeet niet dat de dikte van de boog de beste indicator is van de grootte van de vis.

Aasvis vinden op uw visvinder

Aasvis verschijnt op uw scherm als verticale of horizontale streepjes, of zelfs stipjes, waardoor ze moeilijk te onderscheiden zijn van vegetatie. Er zijn echter wel 3 aanmerkelijke verschillen:

  1. De aasvis zit normaal gesproken niet op de bodem; 
  2. De visvinder geeft aasvissen een andere kleur dan vegetatie (bij de standaard kleurinstellingen van de Fish Deeper App worden ze in het geel weergegeven). 
  3. De aasvissen begeven zich vaak in een ’bal’, die op het scherm er meer uitziet als een wolk of groep dan aparte streepjes. 

Op het screenshot ziet u zowel een enkele aasvis als een bal met aasvissen. U kunt hier ook duidelijk het verschil in kleur zien ten opzichte van de groene vegetatie op de bodem.

Een prijswinnende vis spotten op uw visvinder

Laten we nog een keer herhalen wat we hebben geleerd, samengevat in 2 belangrijke punten:

  1. Denk verticaal, niet horizontaal – de breedte van de visboog is de belangrijkste aanwijzing voor de grootte van de vis.
  2. Bogen kunnen half of heel zijn – een halve of incomplete boog betekent niet dat het om een kleine vis gaat. Zoals gezegd, de breedte is de beste aanwijzing.

Uw visvinder vertelt u niet wat voor soort vis er zwemt maar nu u de grootte weet, heeft u een goede kans om in te schatten wat voor soort vis het is op basis van het meer waar u vist en de diepte waarin de vis rondzwemt.

Dus als u een boog zoals die hieronder op u scherm ziet, kunt u zich schrap zetten voor een GROTE vangst!

3. Verschillende types van bodemstructuur identificeren onder water

Visvinders zijn uiterst geschikte hulpmiddelen voor het meten van diepte, het in kaart brengen van bodemverloop en om specifieke kenmerken onder water te vinden. Soms kan deze informatie waardevoller voor u zijn dan het lokaliseren van vissen. Laten we dus gaan kijken hoe u kenmerken onder water van uw visvinder af kunt lezen.

Voordat we dit doen, zijn twee dingen van belang: 

  • 1.

    Uw sonar zal onophoudelijk blijven scannen en dat houdt in dat het scherm van uw sonar blijft scrollen, ook wanneer de sonar niet beweegt. Als uw visvinder stilligt, lijkt het alsof de bodem vlak is maar dat hoeft niet zo te zijn. Voor een accuraat beeld van het bodemverloop, kunt u dus het beste uw visvinder langzaam en gelijkmatig binnenhalen of slepen. 

  • 2.

    De dieptemeter aan de rechterkant van het scherm laat u de diepte zien van alle kenmerken die u onder water vindt. De diepte die rechtsboven in het scherm wordt weergegeven, is de diepte van de bodem direct onder uw visvinder – onthoud dat dit dus niet dezelfde waarde hoeft te zijn als het kenmerk dat u net heeft gescand, vooral wanneer u richels en taluds scant.

1 van 2

Dit zijn belangrijke kenmerken onder water om op te mikken voor veel verschillende soorten vis. Goed nieuws: ze zijn makkelijk te vinden met een visvinder. Terwijl u uw apparaat binnenhaalt of door het water sleept, zult u de diepte zien veranderen – vergeet niet om de dieptemeter op uw scherm te raadplegen (op de Fish Deeper App in de rechterbovenhoek van het scherm) zodat u bij kunt houden hoe snel de bodem af- of oploopt.

Richels en hobbels zijn eenvoudig te lokaliseren zoals u hieronder kunt zien.

Er zijn 3 tips die u kunnen helpen om deze kenmerken vaker te vinden:

  • 1.

    Wanneer u een richel heeft geïdentificeerd, zet uw brede straal dan op smal en scan het gebied nogmaals. Dit zal u voorzien van een exacter profiel van de diepteverschillen en zorgt er ook voor dat u geen ’dode zones’ heeft in uw scans.

  • 2.

    Met de Deeper kunt u bathymetrische kaarten creëren - dit zijn kleurgecodeerde onderwater-isolijnenkaarten - in de Bootmodus (PRO, PRO+ 2 en CHIRP+ 2 modellen) en Offshore GPS-modus (PRO+ 2 en CHIRP+ 2 alleen). Deze kaarten tonen u ook richels en diepteveranderingen en maken het eenvoudiger om terug te keren naar de beste plekken.

  • 3.

    Als u vist in een groot gebied, bijvoorbeeld vanaf uw kajak, kunt u een diepte-alarm instellen dat afgaat bij het bereiken van het ingestelde dieptebereik. Op deze manier kunt u over ondiep water peddelen zonder op uw visvinder te hoeven kijken en wanneer het alarm afgaat, kunt u vaart minderen en uw visvinder raadplegen.

1 van 3

Er zijn ook kenmerken die heel erg populair zijn bij meerdere vissoorten, waaronder roofvissen die ze gebruiken voor hinderlagen.

De kleur op het scherm is essentieel bij het identificeren van takken en boomstammen. Doordat ze een andere frequentie weerkaatsen, zullen ze door de visvinder met een andere kleur dan de bodem worden weergegeven (anders zijn ze niet van hobbels te onderscheiden). Wees er dus zeker van dat u een kleurenpalet kiest waarbij dit verschil duidelijk wordt gemarkeerd. In de Fish Deeper App kunt u kiezen tussen de Classic-kleurenmodus (takken en boomstammen kleuren groen, net als vegetatie) of de Day-kleurenmodus (waar ze paars kleuren).

  • Vegetatie

    U zou vegetatie kunnen lokaliseren voor potentiële gebieden waar u wilt uitwerpen (bijvoorbeeld als u in de zomer vlak onder het wateroppervlak naar baars vist) of juist voor gebieden die u wilt mijden (bijvoorbeeld bij het aasvissen of als u obstakels wilt vermijden).

    Net als bij het identificeren van takken en boomstammen, helpt de kleur u op weg bij het herkennen van vegetatie. Vegetatie wordt ook weergegeven met verticale streepjes, de afbeelding ervan op uw scherm is misschien iets vlekkiger dan de boomstammen.

    Hier ziet u een voorbeeld van een richel die erg begroeid is.

  • Kuilen

    Vooral bij het karpervissen zijn kleine kuilen een uiterst geschikt kenmerk om op te mikken. Vaak worden deze kuilen door de vissen zelf gemaakt. Het is eenvoudig ze met uw visvinder te vinden. U hoeft alleen maar op inzinkingen met een v-vorm te letten in de bodem, terwijl u uw visvinder sleept of binnenhaalt.

  • Taluds

    Taluds zijn gelijkmatiger dan richels maar het spotten ervan is net zo eenvoudig (zie het screenshot hieronder). Zorg ervoor dat u de visvinder op een gelijkmatig tempo binnenhaalt of sleept zodat u precies kunt zien hoe stijl de helling is. Het is aan te raden om hier met een smalle straal te scannen voor het beste resultaat zodat u geen plateaus of hobbels mist, wat met een bredere straal wel zou kunnen gebeuren (op onze pagina ’hoe sonars werken’ leggen we uit hoe dit komt).

1 van 3

4. Uw visvinder gebruiken om bodemtype en -hardheid in te schatten

Bij het uitzoeken hoe u de vissen laat bijten, is weten wat de hardheid en consistentie van de bodem van het meer is een belangrijk puzzelstukje, ongeacht op wat voor vissoort u jaagt. Er zijn 3 factoren die u in de gaten moet houden bij het uitvinden of de bodem weergegeven op uw visvinder hard is of zacht: bodemkleur, bodemdikte en de aanwezigheid van een tweede weerkaatsing van de bodem.

  • Kleur

    De intensiteit van de weerkaatsing van een zachte bodem verschilt van een harde bodem. Uw visvinder gebruikt kleuren om dit verschil weer te geven. In het standaard kleurenpalet (Classic) van het Deeper-scherm, varieert de kleur van lichtbruin (zachtste) tot aan feloranje (hardste). In het kleurenpalet van de Day-modus (zie screenshot) is het verschil nog beter te zien, de kleuren lopen van paars (zachtste) naar rood, oranje en geel (hardste).

  • ”Tweede weerkaatsingen”

    Net als bij de auto die we eerder toonden, weerkaatsen harde bodems de stralen erg sterk waardoor ze soms ook van het wateroppervlak afketsen. Deze weerkaatsingen worden op uw scherm weergegeven als een tweede weerkaatsing van de sonar parallel onder de lijn die de bodem voorstelt. Als u deze te zien krijgt, heeft u nog een indicatie dat de bodem hard is.

  • Dikte

    De dikte van de lijn die de bodem voorstelt, is eveneens een goede aanwijzing voor de hardheid van de bodem. De regel is simpel: hoe dikker de lijn, hoe dikker de bodem. Maar let op – de gevoeligheid van de sonar kan de dikte van de lijn beïnvloeden. De gevoeligheid kan op het Deeper-scherm worden aangepast. Als u de gevoeligheid op 100% zet, kan de lijn van de bodem dikker lijken en als u de gevoeligheid op 10% zet, kan de lijn dunner lijken. Het is verstandig om te oefenen met de gevoeligheid, zodat u kunt wennen aan het weergegeven verschil in bodemdikte op basis hiervan.

1 van 3